Welstand: Brugplan Venlo Centrum
Als uitgangspunt voor iedere welstandsbeoordeling gelden de redelijke eisen van welstand.
Welstandsniveau: bijzonder
Het welstandsbeleid is gericht op het in stand houden van en voortbouwen op de bestaande karakteristieke beeldkwaliteit, met speciale aandacht voor de cultuurhistorische waarden van de bestaande bebouwing. Toepassen van voor dit gebied kenmerkend materiaal- en kleurgebruik. Architectonische kwaliteit betekent hier: zorgvuldig ontworpen in de context, evenwichtig van opbouw en geleding en met een uitgekiende detaillering en materialisatie.
Gebiedskarakteristiek
Het in de jaren vijftig gerealiseerde Brugplan van Klijnen is een langgerekte aaneenschakeling van singels, bruggen, opritten, rotondes en viaducten tussen de stations in Blerick en Venlo: een afwisseling van knopen en lijnen met begeleidende groenstroken en plantsoenen. Deze royale en deels kruisingsvrije infrastructuur verschaft vrij baan door de stad aan het (goederen)vervoer over de weg en het spoor. Behalve aan het functionele verkeersaspect is in het Brugplangebied ook veel aandacht besteed aan de visuele beleving van de route, door het effectvolle gebruik van de hoogteverschillen, het weidse panorama met het stadssilhouet en de gebogen tracés met zichtlijnen. In dat geënsceneerde stadsbeeld speelt de flankerende bebouwing een belangrijke rol. De knopen in de route worden namelijk gemarkeerd door bijzondere bebouwing en de lijnen begeleid door aaneengesloten wanden direct aan het trottoir. Elke knoop heeft zijn eigen bebouwingskarakteristiek: de Keulse Poort met markante solitaire gebouwen en landmark (stationstoren) en de Roermondse Poort met afgeronde, gekartelde en geknikte gebouwen die de rijrichting ondersteunen. Ook de wanden onderscheiden zich. Collectieve bebouwing met winkels en drie woonlagen langs de Prinsessesingel en Koninginnesingel, als ware het een stadsmuur om de binnenstad met een trechtervormige poort ter plaatse van de Vleesstraat. Individuele bebouwing met bedrijvigheid en bovenwoningen langs de Eindhovenseweg enerzijds aansluitend op de historische lintbebouwing van de Roermondsestraat en anderzijds aansluitend op het industriële karakter van het gebied rond de Molensingel.
De gebouwen in het Venlose deel van het Brugplangebied zijn merendeels opgetrokken in de zakelijke bouwtrant van het naoorlogse modernisme. In het gevelbeeld ligt de nadruk op orthogonale hoofdvormen met platte daken, een horizontale gevelopbouw en een stramien van betonnen staanders en liggers met een invulling van identieke prefab pui-elementen. Het gevelbeeld is plastisch door de toepassing van verdiepte entrees, loggia’s en balkons, toont contrastrijk door de afwisseling van open / transparante en gesloten / ondoorzichtige geveldelen en oogt fris en modern door het lichte kleurgebruik en de grote glasruiten. Climax in het bebouwingspatroon is het station dat met de klokkentoren, het bordes, de glazen voorgevel en het monumentale luifeldak een uitnodigend gebaar maakt naar de reiziger: een icoon voor de stad. Door de vernieuwing en het verkeersluw maken van doorgaand verkeer op het Stationsplein/Koninginneplein is een uitnodigende verbinding tussen station en binnenstad gelegd. In de wand aan de Eindhovenseweg is een gematigd modernisme met meer baksteen en betonnen omlijstingen toegepast, dat meer aansluit op de bebouwing in de Roermondsestraat.
Het Brugplangebied is een bijzonder waardevol wederopbouwensemble voor de gemeente Venlo omdat het een fraai geënsceneerde stadsbeeld is waarin infrastructuur, groen en bebouwing op grootse wijze samenhangend met elkaar zijn ontworpen en dat verschillende stadsdelen ruimtelijk met elkaar verbindt.